Meer dan een jaar, lieve knofvogelvrienden, meer dan een jaar is het stil geweest hier op het
Garlicbirdersblog. En eerlijk gezegd hadden sommigen binnen
The Garlicbirders er zich al bij neergelegd dat op 16 september 2014 het laatste blog online was gegaan. Maarrrrrr…u ziet, ongetwijfeld tot ook uw vreugde: 1 jaar en 3 weken na het fabuleuze blog over de
Spreeuwenshow in
Kwade Hoek is er dan toch weer een bijzonder
Garlicbirderverhaal verschenen! Lees wat enkele Garlicbirders vandaag beleefden, en lees daarna in vogelvlucht welke highlights het afgelopen jaar de wereld van
The Garlicbirders hebben verlicht. En lees dan ook tot uw opluchting dat onze
Knofvogelaars 'are still going strong'. Inzake de toekomstige verschijningsfrequentie van het blog hebben de
Garlicbirders van hun
afdeling Communicatie een zwijgverbod opgelegd gekregen.
Een Zeldzaam Kleurrijk Hoekje
Na zondagochtend al tientallen
goudhaantjes bij elkaar te hebben gezien in de struiken van
Hoekje Jans en daar bij het kijkscherm een
ijsvogel vanonder het vlonder onder hun voeten te hebben zien wegschieten; na honderden
wulpen en tientallen
kwikstaarten op en langs de
Voornse Slikken te hebben gezien en vele honderden
vinken en
koperwieken van de zeekant te hebben zien binnentrekken, na dit alles en nog veel meer te hebben gezien (rovers!), besloot ons clubje
Garlicbirders weer eens de oostoever van het
Oostvoornse Meer te bezoeken. Die plek was al eerder verrassend vruchtbaar gebleken voor met name wat betreft watergevogelte.
In de vroege herfstkou, maar onder de nog warme oktoberzon liep ons clubje over de dijk langs de oostoever naar daar waar een draaiing hen in de luwte zou zetten als zij beneden aan de dijk een broodje (met
pepercervelaat) zouden nuttigen. Ook nu liet de aan de dijk wonende
cetti’s zanger zich horen met zijn ietwat afwijkende riedeltje (in het hele Westplaatgebied zitten wel 5 of 6 cetti’s, misschien meer).
Bij de bocht in de dijk gekomen zagen de birders 2 vogels beneden rondvliegen die aanvankelijk grauwgrijs leken, maar zodra de zon op hun veren reflecteerde helblauw en hardoranje kleurden:
ijsvogels. Bij de plek die onze birders als lunchgelegenheid hadden gedacht. En jawel, gedurende het halve uur dat de vogelaars onder aan de dijk zaten vlogen 2
ijsvogels onophoudelijk van links naar rechts voor hun ogen, soms op slechts enkele meters afstand. De vogels doken naar visjes, die ze dan brachten naar hun door het riet aan het oog onttrokken nest. Dit deden zij onder veelvuldig roepen: een beetje metalig, schril piepen.
En dan hoorden de
Garlicbirders, terwijl de
ijsvogels heen en weer vlogen, ineens een ander metalig vogelgeluid: het kenmerkende getinkel van
baardmannetjes! En zie, in het riet bij de
ijsvogels dook inderdaad een paartje
baardmannetjes. Geen heel zeldzame vogel, maar je ziet ze beslist ook niet elke dag! En wat een fraaie beestjes om te zien! Na niet al te lang verdween het stel via een belendende struik uit het oog. Maar…
ijsvogels en
baardmannetjes bij elkaar, onze birders waren blij dit meegemaakt te mogen hebben.
Voor zij echter hun vreugde hierover naar elkaar konden uitwisselen, landde in de struik waarlangs zojuist de
baardmannen verdwenen een paartje piepkleine vogels met een geel-oranje streepje op de kruin en een wat onnozele uitdrukking op het kopje…
Goudhaantjes! Nu hadden de birders er die ochtend al meer gezien dan in hun hele vogelaarsleven tot dan toe bij elkaar, maar hier, waar de
ijsvogels nog rondvlogen en de
baardmannetjes zojuist waren vertrokken, om daar dan ook nog eens
goudhaantjes te zien, dit beleefden onze vogelvrinden als puur vogelaarsgeluk!
SUCCESVOL JAAR BLIJFT STIL VOOR DE BUITENWERELD
Ook nu weer betekende het uitblijven van berichten op het
Garlicbirdersblog niet dat er van het knofvogelfront niets te melden viel. Integendeel, het afgelopen jaar is de knofvogellijst weer uitgebreid met een handvol soorten (waaronder 2 uilensoorten!), werden er fraaie waarnemingen gedaan en nieuwe gebieden geƫxploreerd. Dat het stil bleef op het blog is slechts te wijten aan
hardnekkige laksheid. Het is helaas niet anders.
In het ‘stille’ jaar zijn de
Garlicbirders in 4 nieuwe gebieden geweest:
Meijendel bij
Wassenaar,
De Betuwe rond
Erichem en
Buren, het
Westerwold (
ZO-Groningen) wat wel de ontdekking van het jaar genoemd mag worden, en de streek rond
Diepenheim (
Twente). Ze zijn bij
Zierikzee geweest en op de
Hoge Veluwe. En natuurlijk kwamen ze nog het meest op de makkelijker bereikbare vaste vogellocaties zoals
Kwade Hoek, Westplaat, Ackerdijkse Plassen, Aalkeetbuiten- en
Broekpolder en
Strijensas. Ook rond het
verenigingsgebouw was er van alles te beleven; zoals onlangs nog de
torenvalk erboven, of de
staartmezen langs de singel aan de voorkant. Een jaar geleden doken er
kroon- en
mandarijneenden in diezelfde singel op. Ze zwemmen er nog steeds.
Nieuwe soorten op de lijst zijn
bladkoning (zeldzaam!);
isabeltapuit (nog zeldzamer!), rechtopstaand als een stokstaartje; de
kanoet in zijn prachtkleed (was een schaamvogel);
wespendief en
steen- en
bosuil (vooral die laatste betrof een indringende confrontatie). Dan was nog nieuw de
glanskop (de
matkop werd trouwens ook gezien) en misschien de
spotvogel en de
kwartel. Maar die laatsten mogen we niet als zeker meetellen.
Niet nieuw, maar wel voor Nederland heel bijzonder, zeker als we het over hartje winter hebben, was de
hop bij
Ackerdijk, kleumend in het kozijn van een koeienstal. En de
Garlicbirders hebben op de
Maasvlakte en op
Flakkee prachtige witte
buizerds leren kennen. Dit jaar kwam ook de
visarend van
Westplaat weer eens een paar keer in beeld.
Inderdaad, het was fijn geweest als de Garlicbirders u met actuele blogs over dit alles en nog veel meer hadden geĆÆnformeerd. Het heeft niet zo mogen zijn, en voor de toekomst…laten we maar niets beloven.