Na de afgelopen maand een aantal best wel prettige, maar niet hyperspectaculaire vogelwandelingen gelopen te hebben (bij nader inzien was die over de
Hoge Veluwe zeker een blog waard geweest, ik zal dit toch eens onder de aandacht van onze
knofvogelenden brengen), na nu dus een aantal minder spectaculaire wandelingen achter de rug te hebben, was het voor
The Garlicbirders vandaag
De Eerste Lentewandeling van het jaar. De weersverwachting was niet bijzonder goed. Onze vrinden kleedden zich op een snijdende koude met vlagen miezerregen. Voor de verrekijkers namen zij speciale droogdoeken mee. Mede vanwege de weersverwachting hadden zij gekozen voor de op 10 minuten gaans per auto liggende
Ackerdijkse Plassen, welk gebied hen met zijn bomenrijen en kleine bossen zou beschutten tegen de wind. Maar hun keuze was ook op dit gebied gevallen vanwege de meldingen van
grutto’s en
sijsjes. De
grutto’s omdat deze
Vogels des Vaderlands net gearriveerd waren van hun trek uit het zuiden (vorig weekend zaten ze nog in
Portugal); de
sijsjes omdat
Garlicbirder D. deze diertjes in haar vogelloopbaan nog maar weinig had gezien, wat toch een beetje…nu ja, ze wilde graag sijsjes zien. En om het maar meteen te verklappen: ze hebben de
grutto’s en de
sijsjes gezien! We komen er zo op terug. Maar ze hebben er ook andere vogels gezien. Bij elkaar maar liefst
52 soorten! Op een eerste lentedag! En….Ach, laat ons niet te hard van stapel lopen en kalm het hele verhaal vertellen. Om te beginnen bij de gelukkige omstandigheid dat het de eerste 100 meter van de wandeling nog zeer fijn miezerde, bij nauwelijks wind, maar dat het daarna droog bleef en dat de zon zelfs doorbrak. En vervolgens dat het bij de
aalscholverkolonie een gezellige drukte was van nestelende vogels met al her en der enig kroost. Het geluid in zo’n kolonie is als dat van een drukbezocht warenhuis. Op de voorgrond zwommen
kuifeenden baltserig heen en weer.
De sprong van de haas
Onder aan de dijk tegenover de kolonie, waar onze birders
koperwieken zagen en
vinken en
mezen, zocht een
haas, niet wetende dat hij voor de vogelaars niet beducht hoefde te zijn, een veilig heenkomen. Eerst tussen de bomen en daarna, met een nonchalante sprong, aan gene zijde van een 2 meter brede sloot. Bewonderend zagen de
Garlicbirders deze prestatie aan; nog nooit zagen zij een haas die over water sprong.
De stampende meerkoet
Wat later stonden onze knofvogelaars op uitkijktoren
De Tureluur.
Smienten in de vijver beneê,
canadese,
grauwe,
kol- en
nijlganzen in de weiden rondom. Zij hoorden het geluid van een hardloper met platvoeten die over het asfaltweggetje kwam aangesukkeld. Klap!…klap!…klap!…echt snel was de loper niet. Eigenlijk was dit ook geen hardlopen….
Birder D. keek naar beneden, op de vijver. En daar, aan de ondiepe oeverrand zag zij wie dat klappend geluid maakte: een
meerkoet! Het beest stond daar en stampte steeds met een van zijn grote grijze voeten op het water. Rustig voor zich uit blikkend. Misschien gewoon omdat hij er zin in had. Maar na de
haas was ook dit een primeur voor
The Garlicbirders: nooit eerder zagen zij een stampende meerkoet.
De pijlsnelle paring der buizerds
Verderop waar de
haas over de sloot sprong is een grote, door bomen omsloten weide. In deze bomen hebben de
Garlicbirders (die overigens vandaag
geitenkaas op hun broodje hadden, moet kunnen) al vaak
buizerds zien zitten. En ook vandaag zat er een, ver naar achteren. De birders zagen hoe het dier een zweefvlucht naar de grond leek te maken, met enkele trage vleugelslagen weer hoogte won en vervolgens met een soepele boog op een andere
buizerd landde die daar op een boomtak zat. Ongeveer 1,5 seconde zat de ene
buizerd op de rug van die andere. Toen klapwiekte hij tussen de bomen weg. Ja mensen, ook dat is de natuur.
Moeder natuur kent geen fatsoen! De
Garlicbirders waren voor het eerst in hun leven getuige van de paring van
buizerds! Primeur nummer 3 vandaag!
De Volmaakte Sijsbeleving
Na eerst bij de kijkhut richting
Oude Leede maar liefst 60 vers aangekomen
grutto’s te hebben gezien en gehoord, wandelden de
Garlicbirders weer door het parallellaantje waar zij eerder deze ochtend al een groep
sijsjes hadden ontmoet. En nu vlogen er weer
sijsjes om hen heen, zich tegoed doend aan eh,…bepaalde dingetjes van een zeker soort bomen. En tussen de
sijsjes mengden zich
groenlingen met hun stevige postuurtjes. En waarachtig, daar waren ook
puttertjes in hun prachtige kleedjes, het rood en het geel en het zwart en het wit leken er vanaf te spetteren in het klare zonlicht. Maar van de
sijzen waren er toch het meest. Ze vlogen van onder naar boven en van links naar rechts; van tak naar tak en van zaadbeurs naar zaadbeurs waar ze slingerend en ondersteboven aan de vruchten hingen. Op soms maar een paar meter van de vogelvrienden af. Hun zwart en geel en groen en grijs blikkerde door de nog vrijwel bladloze twijgen. En de lucht vulde zich met het innemend gepruttel van de
putters, de lange krasserige tonen van de
groenlingen, gezang van
vinken en
winterkoninkjes en het als een bergbeekje sprankelend gekwetter van de
sijzen. De
Garlicbirders hebben hier lang staan kijken en luisteren.